"Een ezel stoot zich in het algemeen...." Tja, heel even kwam vandaag de ochtend van 12 juli 2009 weer even aan mij voorbijflitsen.
Ik was lekker op tijd vertrokken van mijn werk omdat we vanavond nog naar Almere afreizen voor het verjaardagsfeestje van Anne. Ik wilde nog ff lekker rustig een maaltje naar binnen werken en ff douchen. Ik had meer dan genoeg tijd om bij de pont te komen en de vaart zat er lekker in. Het laatste stuk kan ik lekker doorrijden en dat deed ik dan ook. Halverwege de weg haalde ik een wielrenner in die waarschijnlijk ook naar de pont op weg was. Zo'n honderd tot hondervijftig meter verder sloeg ineens mijn brommer af. Gelukkig kon ik nog rustig remmen en ging ik iets aan de kant staan voor het geval er nog een auto aan zou komen.
Terwijl ik, nog zittend op mijn stalen ros, stond te kijken waarom hij er mee op was gehouden voelde ik ineens een enorme klap van links achter. Compleet verbouwereerd lag ik een seconde later op de grond en keek verward op wie of wat me nou had geraakt en vooral waarom. Een paar meter voor me lag de wielrenner die ik nog niet zo lang geleden in had gehaald. Totaal verbouwereerd kon ik alleen een hoog: "Wat doe je nou?" uitbrengen tot ik zijn pijnlijke gezicht zag. Snel stond ik op om te kijken of het goed met 'm ging. Hij stond gelukkig wel meteen op en bracht wat verwarde zinnen uit waaruit ik opmaakte dat hij wilde weten of ik ook okay was. Gelukkig konden we redelijk snel constateren dat we allebei, op wat scheurtjes in de kleding, in orde waren. Zijn fiets deed het ook nog en niet veel later stapte hij dan ook, nog steeds wat verward, op de fiets.
Zelf belde ik gauw Harold om te vragen of hij me op wilde halen maar kwam er tien minuten later achter dat mijn rosje het nog niet geheel had begeven want hij startte weer. Op de pont kwam ik de meneer in kwestie weer tegen en hebben we even hardop gelachen om het hele voorval. Hij vreesde nog wel voor een gekneusde rib maar verder was alles goed. Ik vertelde hem van mijn eerdere brommerongeluk en we hebben nog even samen hartelijk gelachen om mijn "Wat doe je nou??". Hoe dan ook prijs ik mezelf maar weer gelukkig dat ik nu veilig, warm en gezellig naast Harold op de bank mijn soepje zit te eten.
Liefs Y.